Anne Leemhuis, lid Raad van Bestuur

Anne Leemhuis, lid Raad van bestuur Marente

Een interview met Anne Leemhuis, lid van de Raad van Bestuur van Marente.

“Marente is groot genoeg om te kunnen innoveren en klein genoeg om de menselijke maat te blijven zien.” 

Wie ben je? 

Ik ben Anne Leemhuis, 57 jaar oud, heb een opleiding als algemeen econoom en ben getrouwd met Gerda, mijn tweede huwelijk. Mijn partner werkt, en wij hebben samen vijf studerende kinderen: drie van mij en twee van haar. We wonen in Haarlem en  het is leuk om die 20 kilometer naar het kantoor in Voorhout ook geregeld met de fiets af te leggen. 

Waar werk je? 

Ik werk nu ruim een jaar als lid van de Raad van bestuur bij Marente. Een mooie, stabiele ouderenzorgorganisatie, die haar fusieperikelen al wat langer achter zich heeft. Dat vond ik prettig, want ik had toen net een behoorlijk ingewikkeld fusieproces meegemaakt tussen de GGZ instellingen ANTES (Rotterdam) en de ParnassiaGroep (Castricum, Noordwijkerhout, Den Haag en Rotterdam). Fusies zijn soms noodzakelijk, maar leiden ook af van het verbeteren van kwaliteit van zowel de zorg als van de ondersteunende diensten. En voor al die kwaliteitsverbeteringen is bij Marente volop de ruimte.

Marente bestaat als organisatie uit tien zorglocaties met in totaal 1.000 intramurale woonzorgplaatsen, GRZ en een stevige thuiszorgpoot. De instelling heeft 2.700 medewerkers in dienst. Vijfhonderd medewerkers werken in de thuiszorg. Marente is met deze omvang groot genoeg om innovatief te kunnen werken en klein genoeg om de menselijke maat te blijven zien. Dat vinden we belangrijk. Bij Marente is bewust gekozen voor een tweehoofdige Raad van bestuur om de organisatie plat te houden. Qua portefeuilleverdeling ligt het accent bij Anneke (voorzitter Raad van bestuur) op de zorg en bij mij op de bedrijfsvoering. Wij hebben beiden voldoende tijd voor overleg over en weer met alle lagen in de organisatie en met onze externe relaties. Zo borgen we een platte, toegankelijk organisatie.

Hoe komt het dat jij voor de ouderenzorg bent gaan werken?

Dat ik in de gezondheidszorg ben gaan werken is deels toeval. Als algemeen econoom met een bestuurlijk profiel had ik overal in de not-for-profit sector terecht gekund. Ik werd echter aangenomen bij VWS en ontdekte daar al rap hoe complex  en interessant de zorgsector is. In de not-for-profit sector is de dominante vraag niet hoeveel winst je kunt maken, maar hoe je je economisch instrumentarium zo effectief en doelmatig mogelijk in kunt zetten om kwalitatief hoogwaardige collectieve goederen aan te bieden. In mijn carrière heb ik die vraag met veel plezier afwisselend beantwoord op het ministerie, voor organisaties in de GGZ en in de ouderenzorg. Zo werkte ik voorafgaand aan Marente bijvoorbeeld bij ANTES (GGZ) en bij Magentazorg in Heerhugowaard, een instelling voor ouderenzorg. Ook heb ik een tijdje interim-klussen verricht. Maar op den duur miste ik toen de langere relatie met een organisatie. Het werd onbevredigend om steeds korte termijn problemen op te lossen; ik wilde graag meer fundamentele veranderingen inzetten, zowel binnen de organisatie als in de relatie tussen een organisatie en haar externe partners. Maar dat lukt alleen als je voor een langere tijd verbonden bent aan de organisatie.

"Ik wilde graag meer fundamentele veranderingen inzetten, zowel binnen de organisatie als in de relatie tussen een organisatie en haar externe partners. Maar dat lukt alleen als je voor een langere tijd verbonden bent aan de organisatie."

Toen ik de advertentie van Marente zag staan werd ik meteen blij. De ouderenzorg is een tijdlang een sector geweest met weinig ontwikkelingen. Dat is sterk veranderd door de stelselwijziging van 2015. Het feit dat de zorgzwaartepakketten 1 tot en met 3 opeens niet langer werden vergoed betekende een enorme schok. Deze markeerde het einde van de verzorgingshuizen. Dit einde betekende voor veel ouderen dat hun droom in duigen viel en voor heel veel betrokken medewerkers een moeizaam ontslag of een carrièreswitch. Die mensen (vooral vrouwen) hadden het daar begrijpelijk heel moeilijk mee: “Hebben wij het dan al die tijd zó verkeerd gedaan?” Nee, natuurlijk niet! Het was in die tijd heel lastig om bestuurder te zijn in de ouderenzorg, want geef maar eens een antwoord op de kwestie dat zij altijd goed werk hebben gedaan, maar dat er om maatschappelijke redenen toch mee gestopt moet worden, ook al ziet iedereen de problemen die dat oplevert dagelijks voor zich. 

Nu liggen er weer heel andere vraagstukken op ons bord: toewerken naar 2050 betekent nadenken over duurzaamheid, nadenken over de juiste inrichting van levensloopbestendige woonzorglocaties, sterke vergrijzing, tekorten op de arbeidsmarkt enzovoorts. Dat is inhoudelijk een zware, maar ook een interessante opgave. Je moet je verdiepen in de regionale demografische gegevens en dan schrik je. Want het aantal ouderen met een behoefte aan zorg verdubbeld tussen nu en 2050, maar voor zoveel ouderen zullen we nooit voldoende medewerkers kunnen vinden. Dat vergt dus anders denken over samenwerking en over manieren van zorg leveren.

Hoe werd je als man ontvangen in Marente?

In mijn ervaring word je in de zorg altijd overal hartelijk ontvangen en dat was bij Marente ook het geval. Marente is inderdaad een platte organisatie en daar geloof ik zelf ook in. Ik werk graag zo laagdrempelig mogelijk; ik wil benaderbaar zijn voor alle medewerkers. Ik heb gehoord dat men mij in Marente ook zo ervaart. Dat vind ik prettig en moet vooral ook zo blijven. 

"In mijn ervaring word je in de zorg altijd overal hartelijk ontvangen en dat was bij Marente ook het geval. Marente is inderdaad een platte organisatie en daar geloof ik zelf ook in. Ik werk graag zo laagdrempelig mogelijk."

Op welke manier verschillen volgens jou mannen van vrouwen in de ouderenzorg?

Mijns inziens heb je in een Raad van bestuur vooral een mix van capaciteiten nodig; de ene bestuurder heeft een breed profiel, de ander is juist gefocust en gaat meer de diepte in. Die scope van bestuurders is een karakterkwestie en niet aan één sekse gebonden. Vrouwen zijn historisch lang achtergesteld en nu gelukkig aan een opmars bezig. Ik zie landelijk steeds vaker vrouwen van halverwege de veertig in een bestuursfunctie, die daar uitstekend in functioneren. Ik vind dat een positieve ontwikkeling.  

Wie of wat heeft jou het meest geïnspireerd om in de ouderenzorg te blijven werken?

Het is vooral de dynamiek van de ontwikkelingen, van medewerkers tot beleidsvragen, die mij inspireert om in de ouderenzorg te willen werken. Dit is onbetwist de zorgsector waar de komende jaren het meest zal gaan veranderen; de menselijke maat, het hoogstpersoonlijke, voor medewerkers en cliënt is essentieel en moet overeind blijven terwijl ook macro-uitdagingen in de demografie, de arbeidsmarkt, en de financiën opgelost moeten worden.

"Het is vooral de dynamiek van de ontwikkelingen, van medewerkers tot beleidsvragen, die mij inspireert om in de ouderenzorg te willen werken."

Waarop zal jij als je met pensioen gaat het meest tevreden terugkijken?

Ik zou tevreden zijn als het lukt dat alle medewerkers trots zijn op hun dagelijkse werk en op Marente. Als de interne samenwerking nog verder verbetert en als Marente nog beter en intensiever met haar externe partners in de keten samenwerkt. En daarnaast dat alle medewerkers in hun eigen rol en functie zelfstandig de kwaliteit van zorg waarmaken die wij als organisatie willen bieden aan onze cliënten en hun familie.

"Ik zou tevreden zijn als het lukt dat alle medewerkers trots zijn op hun dagelijkse werk en op Marente. Als de interne samenwerking nog verder verbetert en als Marente nog beter en intensiever met haar externe partners in de keten samenwerkt."

Interview door Cecile aan de Stegge, Lectoraat Verpleegkundige Intramurale Ouderenzorg.

Cecile aan de Stegge
Cecile aan de Stegge
- Onderzoeker/docent Lectoraat Verpleegkundige Intramurale Ouderenzorg bij hogeschool Leiden

Alle blogs & vlogs van Cecile aan de Stegge

Meer blogs en vlogs