Het Professiefeest voor bewoners van Haagdorp.

 

Haagdorp - Oud Bijdorp

Om half één begint mijn dienst, en ik doe mijn intrede in wat lijkt op een balzaal. Tafel wit gedekt, met servetjes en al, de zeven cliënten glunderend aan tafel. Ze hebben nog net hun galajurk niet aan. Mijn wenkbrauwen vliegen omhoog. “Vanwaar deze vrolijke bedoening?” vraag ik alle betrokkenen

Vandaag is 30 april, vertellen ze me, het Professiefeest. Tweemaal jaarlijks wordt gevierd dat de Zusters en Paters zijn ingetreden in het klooster, en daarbij hun verwantschap met God hebben afgesloten. 30 oktober zal de volgende zijn.

De overige bewoners mogen daar lekker op meeliften!  Haagdorp is namelijk de afdeling waar de “gewone” oudere is gehuisvest, in hetzelfde klooster. Dit is waar ik vandaag mijn huiskamerdienst heb.

De tweede gang wordt zojuist voorgeschoteld. Witlof met ham en aardappelkroketjes. Ze hadden net een garnalencocktail achter de kiezen, niet het minste voorgerecht! Gezellige gesprekken en het gekinkel van wijnglazen sieren het ruim. Tsja, het is immers een feestdag.

Regen tikt tegen de ramen. André Rieus zachte strijktonen benevelend op de achtergrond.

Er is ijs toe – en hoe! Bastognebodem, slagroom, bitterkoekjes. Een passievrucht ernaast. Het is prima vertoeven hier.

Na het afruimen brengen mijn twee collega's en ik de bewoners naar de huiskamer boven. Daar kunnen ze even een middagtukje doen, of wat bladeren door tijdschriften. Een spelletje voor wie zin heeft.
“Wie wilt er wandelen?” opperde ik. Er kwam een aantal enthousiaste geluiden terug.

Met vier man strekken we de benen over het terrein Oud Bijdorp. Denk aan een Pelgrimstocht in het klein. Langs hoge bomen, bordjes met Bijbelgeschriften en -tekeningen, langs brutale haantjes, blatende schaapjes en florerende moestuinen. Het had net geregend, en soms trekt er een behaaglijke walm van jasmijn of seringen voorbij. We lopen langs rijpende bloemkool- en aardbeienplanten, waarvan de vruchten diezelfde week nog in het middageten verwerkt zullen worden.

De gesprekken worden persoonlijker. De ene mevrouw had vroeger zes kinderen en geen wasmachine. Zo moest ze 's winters nog wel eens alle kleding met de hand buiten wassen. Hoewel koud, vond ze het niet vervelend. In hart en nieren was ze altijd al een buitenmens. “Al kreeg ik nooit de kans om vaak naar buiten te gaan. Er waren altijd wel klusjes in het huishouden die ik doen moest.” De andere bewoonster vertelde over haar jeugd op een boerderij in een gezin van twaalf. Een gezellige chaos, wat ook heel wat tumult kon geven. Toch kijkt ze er met schik op terug.

Om 15 uur terug in de huiskamer, want het is tijd voor Bingo. Natuurbingo welteverstaan! Plaatjes van dieren krijgen ze, van pimpelmees tot slak. Mijn collega's en ik noemen omstebeurt dieren, die de cliënten moeten afkruisen op hun kaart. Iedereen is winnaar, dus krijgen ze allemaal een prijs.
Plantjes, kaleidoscopen, mentholsnoepjes. Corona-proof handdesinfectanten. Voor ieder wat wils.

Malle Babbe van Rob de Nijs op de achtergrond. De opgetogen stemmen van cliënten er bovenuit. Een enkeling neuriet mee.

Het zachte geronk van een Perfect Pet, een hond die nét echt is en op een schoot van één van de bewoners ligt.

Halfzes, tijd voor avondeten met kadetjes. Eén van de cliënten krijgt eten op bed, want die is in een wat mindere staat momenteel. In zijn kamer zet ik wat Vivaldi aan, en meneer laat met een dankbaar gemurmel zijn goedkeuring blijken.

Om hem heen liggen kaarten van familieleden. Ik lees er een paar voor. “Vanwege de Coronatijd kan ik helaas niet langskomen. Ik mis je, maar ik hoop dat je desondanks kunt blijven genieten.” Het is van de vrouw van meneer die zal hem wel missen inderdaad, normaal komt ze elke dag langs. “Voor nu heb ik paaseitjes voor je. Neem er vooral van! En zorgverleners, schroom niet om er ook van te eten.”
Dat laat ik me geen twee keer zeggen. Meneer hoort de kaarten aan met een zachte grimas. Het paaseitje gaat er prima in!

Mijn collega maakt nog een wandeling over het terrein met wie daar zin in heeft. In de huiskamer speel ik een liedje van Ja Zuster Nee Zuster op de gitaar, en wie mee wil zingen, moet dat lekker doen. Liever bladeren de nog aanwezigen in hun tijdschriften, maar gaan wel zichtbaar op in de muziek.

De laatste zonnestralen van de dag vallen de ruimte binnen.

Halfzeven, en mijn dienst zit er op. Mijn collega die nog wat langer blijft, bereidt zich voor op een spelletje PimPamPet met de bewoners.

“Overmorgen ben ik er weer,” laat ik de cliënten weten.

“Tot dan!”

Iris Kouwenhoven
- Student Geneeskunde

Alle blogs & vlogs van Iris Kouwenhoven

Meer blogs en vlogs