Leon van Roon, wijkverpleegkundige in Sassenheim

Interview met Leon van Roon, wijkverpleegkundige in Sassenheim

“Ik ben er trots op dat ik mezelf ‘ambassadeur voor de wijkverpleging’ mag noemen"

Wie ben je?  
Ik ben Leon van Roon. Geboren in Katwijk. Ik ben 51 jaar oud en woon samen met mijn partner en twee honden in Noordwijkerhout. Wij wonen met veel plezier in dit mooie dorp en hebben samen dezelfde passie voor jachthonden. Mijn partner heeft een Flatcoated retriever en ik een Golden retriever. Door mijn partner ben ik in aanraking gekomen met de zorg, zij werkte in die tijd als sociotherapeut in de psychiatrie. Naast de passie voor onze honden ben ik actief voor de plaatselijke EHBO vereniging. Voor deze vereniging zet ik mij geregeld in als EHBO’er bij muziekevenementen in de regio Voorhout. Ook geef ik wel les in EHBO als Rode Kruis instructeur.  

Hoe komt het dat je voor een ouderenorganisatie in de wijk bent gaan werken? 
Dat vraag ik mijzelf ook wel eens af. Ik ben zoals een docent mij ooit zei een “self made nurse”, met daarbij de kanttekening dat ik veel steun heb gehad van mijn partner. Ik ben op jonge leeftijd begonnen met werk in de metaalsector. In deze sector heb ik 18 jaar als plaatbewerker gewerkt. Op latere leeftijd ben ik daarnaast in de avonduren gaan studeren, beginnend bij wat toen de ‘moeder MAVO’ heette in Leiden, maar later ROC Mondriaan werd. Daar heb ik mijn MAVO en HAVO diploma’s behaald.  

Daarnaast volgde ik op eigen initiatief opleidingen op kynologisch gebied en in de dierenverzorging. Ik heb door mijn passie voor honden en de natuur zelfs het geluk gehad dat ik als instructeur mocht komen werken bij het blindengeleidenhonden fonds Nederland, mijn jongensdroom. Gedurende 9 jaar heb ik daar slechtzienden en blinden mogen begeleiden naar meer mobiliteit.  

Daarna kon ik in deze sector niet meer verder komen. En omdat ik toch weer drang voelde om mezelf verder te ontwikkelen heb ik toen besloten verpleegkunde te gaan studeren aan de Haagse Hogeschool. Dit betekende opnieuw na een dag werken terug naar school. Na het eerste jaar moest ik ook daadwerkelijk in de zorg gaan werken. Dat viel niet mee. Omdat ik nog geen werkervaring in de verpleging had werd ik door vele organisaties afgewezen. Uiteindelijk mocht ik dankzij een teamleider van Allerzorg bij deze organisatie komen werken. Allerzorg is een landelijke organisatie die regionaal wijkverpleging verzorgt. Ik had het geluk dat ik in een gespecialiseerd team terechtkwam en heb daar veel kunnen leren. De wijkverpleging heeft hier echt mijn hart gestolen. De reden daarvoor was de grote diversiteit in werkzaamheden en locatie.  

In 2015 ben ik overgestapt naar Marente en ook daar heb ik geen spijt van gehad. Marente heeft mij namelijk de mogelijkheid geboden om aanvullend nog een managementopleiding en het ambassadeurstraject wijkverpleging van V&VN te doorlopen. Dit ambassadeurstraject heb ik kortgeleden afgerond. Met de kennis die ik daar heb opgedaan wil ik het werk van de wijkverpleging beter op de kaart gaan zetten bij de huidige studenten verpleegkunde, zodat in de nabije toekomst meer jonge verpleegkundigen voor werk in de wijk gaan kiezen.  

Vaak zien zij wijkverpleging als huishoudelijk werk en dat klopt totaal niet. De wijkverpleging bestaat uit deskundige zorgverleners met dezelfde kennis en vaardigheden als zorgverleners in een ziekenhuis. Het enige verschil is dat de wijkverpleging zorgvragers in hun thuissituatie verpleegt in plaats van op een ziekenhuisafdeling. Soms vergt het in die thuissituatie behoorlijk wat technisch vernuft om een hulpmiddel op de juiste wijze te bevestigen.  

Waar werk je nu?  
In mijn vijf jaar bij Marente heb ik in verschillende teams mogen werken; mijn huidige locatie is Sassenheim. De wijkteams van Marente zijn zelforganiserende teams en elk team bestaat uit 12 tot 16 zorgverleners. Het zelf organiseren houdt in dat ieder teamlid een bepaalde rol heeft. Enkele voorbeelden van rollen zijn: kwaliteitsbewaker, rapporteur, planner, rooster maker, mentor, huismeester, etc. Daarnaast heeft Marente als grote regionale zorgorganisatie ook verschillenden gespecialiseerde verpleegkundigen in huis. Deze gespecialiseerde verpleegkundigen ondersteunen de wijkteams bij de meer complexe zorgvragen. Zij scholen de wijkteams bij voor die specifieke zorgvraag zodat de wijkteams de beste zorg kunnen bieden. Alle rollen tezamen zorgen ervoor dat het wijkteam kwalitatief goede zorg kan blijven geven en financieel gezond is. 

In de wijkverpleging hebben wij veel te maken met kwetsbare ouderen maar ook met jongeren die uit het ziekenhuis komen na een operatie en thuis door ons verder worden behandeld. Daarnaast wordt er ook palliatieve thuiszorg gegeven aan mensen die in hun thuisomgeving willen overlijden. Wijkverpleging is door dit veelomvattende takenpakket een multidisciplinair beroep. Naast het bepalen van de zorgvraag met de zorgvrager en diens mantelzorgers is de wijkverpleging ook in overleg met huisartsen, ziekenhuizen, gespecialiseerde verpleegkundigen, diëtisten enzovoort, om de beste en juiste zorg voor de zorgvrager in te zetten. Dit maakt de wijkverpleging tot een mooi beroep en ik ben dan ook echt trots dat ik mij nu ‘ambassadeur voor de wijkverpleging’ mag noemen.  

Hoe werd je als man ontvangen in Marente? 
Hoewel de verpleging allang geen vrouwenberoep meer is, zoals dokter zijn geen mannenberoep meer is, werken in de wijkverpleging nog maar weinig mannen. In de vele teams waar ik heb gewerkt was ik meestal de enige man. Ik ben daar altijd goed ontvangen en kan het goed vinden met mijn vrouwelijke collega’s. Het lectoraat Verpleegkunde intramurale Ouderenzorg van Hogeschool Leiden is nu met een project bezig om meer mannen voor de ouderenzorg te laten kiezen. Hopelijk wordt dit project een succes en komen er in de toekomst meer mannen binnen bij Marente, ook in de wijkteams.  

Op welke manier verschillen volgens jou mannen van vrouwen in de ouderenzorg? 
Naar mijn mening is er eigenlijk geen verschil tussen mannen en vrouwen; het zijn de persoonlijke karakters die het verschil maken. De één is wat zorgzamer en de ander is wat zakelijker in de zorgverlening. Deze karakters kunnen zowel bij mannen als vrouwen voorkomen. Een goed team bestaat uit een mix van deze en andere eigenschappen. 

Wel is nog altijd merkbaar dat de zorgvragers in de thuissituatie gewend zijn dat zij door vrouwelijke zorgverleners worden verpleegd. Als man zijnde wordt je daar soms raar aangekeken of voor dokter aangezien. De meesten mompelen wat en laten het verplegen toe, anderen vragen eerst naar een identiteitsbewijs. Dat laatste vind ik trouwens zeer verstandig; zij zouden dit ook bij vrouwelijke zorgverleners moeten doen. Een klein aantal wil absoluut niet door een man worden verpleegd. Een dieptepunt was dat ik vorig jaar samen met mijn mannelijke stagiaire ben aangehouden door de politie. Een buurtbewoner had ons in het wooncomplex zien lopen, vertrouwde het niet en had de politie gebeld. Zoiets zou twee vrouwelijke wijkverpleegkundigen nooit overkomen.  

Wie of wat zou jou het meest inspireren om in de ouderenzorg te blijven werken? 
Mij zou het inspireren als de wijkverpleging en de verpleeghuiszorg serieuzer worden genomen. Ziekenhuizen, wijkverpleging en verpleeghuizen zijn nu nog aparte eenheden die nauwelijks samenwerken. Dit is extra duidelijk geworden tijdens de COVID pandemie. Een betere samenwerking en erkenning van elkaars kennis en vaardigheden zou de tekorten aan personeel en de druk op de zorg kunnen verminderen. Er werken veel zorgverleners in de wijk en in verpleeghuizen die goed zijn opgeleid, maar dezen worden nu nog niet ingezet in het bestrijden van het COVID virus. Veel zorg die nu uitsluitend in het ziekenhuis wordt gegeven zou ook best in de thuissituatie kunnen worden aangeboden, waardoor er een betere doorstroming van zorgvragers zou plaatsvinden.  

Om de ouderenzorg beter in beeld te brengen zijn er daarom nu ‘ambassadeurs’ die vanuit de verpleeghuizen en de wijkverpleging van zich laten horen. Zij vertellen wat hun vak inhoudt en wat zij nodig hebben om hun vak goed te kunnen uitvoeren en als laatste dragen zij uit dat zij net zo’n interessant en mooi vak hebben als ziekenhuismedewerkers en over net zo veel kennis en vaardigheden beschikken. 

Waarop zal jij als je met pensioen gaat het meest tevreden terugkijken? 
Ik zal over zestien jaar tevreden terugkijken als verpleegkundigen dan gezien worden als serieuze vakmensen en niet als een stel vrijwilligers met een bijbaantje. Verpleegkunde is een veelzijdig en mooi beroep en verpleegkundigen behoren niet alleen tijdens een pandemie gezien en gewaardeerd te worden maar permanent. Verpleegkundigen zijn namelijk altijd aanwezig en staan samen elke dag 24 uur klaar om mensen in moeilijke en lastige situaties te helpen. 

Persoonlijk ben ik nu al trots op de ontwikkeling die ik heb mogen doormaken in mijn leven. Ik ben ook trots op mijn vrouwelijke collega’s, die net als ik hebben moeten knokken voor hun status. Ook zij hebben naast hun gezinsleven in de avonduren moeten studeren om zich verder te ontwikkelen in hun vak en blijvend aan de vraag te kunnen voldoen die de continue veranderingen in de zorg met zich meebrengen.  

Cecile aan de Stegge
Cecile aan de Stegge
- Onderzoeker/docent Lectoraat Verpleegkundige Intramurale Ouderenzorg bij hogeschool Leiden

Alle blogs & vlogs van Cecile aan de Stegge

Meer blogs en vlogs