Dick van der Meyden, facilitair manager/vastgoed

Dick van der Meyden, facilitair manager vastgoed

Een interview met Dick van der Meyden, manager facilitair bij Marente.

"Waarop ik als ik met pensioen ga het meest tevreden zal terugkijken? Als het me lukt de kwaliteit van leven van de bewoners in Marente nog wat aangenamer te maken vanuit de facilitaire en huisvestingsportefeuille."

Wie ben je? 

Ik ben Dick van der Meyden uit Den Haag, 61 jaar oud en alweer 34 jaar getrouwd met mijn vrouw Annette. Wij hebben samen twee volwassen kids, een zoon en een dochter en ik draag samen met mijn broers en zuster ook zorg voor mijn 91-jarige moeder. Ik heb al een langere loopbaan als facilitair manager in de zorg achter me. Daarin heb ik geleerd dat stevig aanpakken goed combineert met korte vakanties. Ik neem geen lange vakanties, maar liever een paar keer per jaar er een weekje ertussenuit. Van zo’n weekje elders laad ik doorgaans snel weer op. 

Waar werk je? 

Sinds juni 2019 werk ik als ‘Manager facilitair en huisvesting’ bij Marente. Hier werd ik heel hartelijk en collegiaal ontvangen. Een paar maanden voordat ik in dienst trad had ik al een aantal dagen meegelopen op de diverse locaties. Daarnaast lag er een digitaal inwerkprogramma voor me klaar, een maand voordat ik zou starten. Ik kreeg een link en een wachtwoord en elke paar weken kwam ik een stapje verder in de organisatie. Deze “warme” ontvangst heeft volgens mij te maken met de aard van de doelgroep, onze bewoners, en dus met de cultuur binnen de organisatie. In een ziekenhuis waar patiënten twee dagen liggen en daarna direct moeten revalideren kan de sfeer tussen medewerkers wel eens erg gehaast of competitief zijn. In Marente kom je daarentegen in een ”warm bad”; de patiënt is hier “bewoner” en de organisatie gaat daar een lange relatie mee aan. Dit geeft een totaal andere dynamiek, die ook de sfeer tussen de medewerkers wat “nabijer” maakt. Ik vind dat prettig; op grond van mijn leeftijd verwacht ik dat Marente mijn laatste officiële werkplek zal zijn en als het daarbinnen “gezellig” mag zijn zeg ik: graag.  

"In Marente kom je daarentegen in een ”warm bad”; de patiënt is hier “bewoner” en de organisatie gaat daar een lange relatie mee aan. Dit geeft een totaal andere dynamiek."

De thema’s waar deze voormalig fusie-organisatie voor staat trekken mij aan. Men is bezig de oude cultuurverschillen tussen de voormalige organisaties te overwinnen en ook vanuit het hoofdkantoor komen verbeter- en veranderslagen. Op facilitair terrein zie je bijvoorbeeld als eerste dat de grote keukens overal zijn opgeheven. In Katwijk en andere locaties wordt op de kleinschalige PG afdelingen zoveel mogelijk zelf gekookt, op andere afdelingen wordt het eten soms nog “geregenereerd”. Daar komt het eten dagvers gekookt aan en wordt het op de afdelingen verwarmd in speciale ovens. Ten tweede heeft Marente qua bouw twee ontwikkellocaties: De Wilbert en Bernardus. En dan is er nog het streven naar duurzaamheid. Dat wordt een enorme klus. Vijftig procent CO2 reductie realiseren in tien jaar tijd betekent dat vooral ik daar ook prioriteit aan zal moeten geven. Dat heeft consequenties op allerlei gebieden: ledverlichting, zonnepanelen, HR ketels, airconditioning, enzovoorts.

Hoe komt het dat je in de ouderenzorg bent gaan werken?

Mijn loopbaan begon met het succesvol afsluiten van een opleiding aan de Hogere Hotelschool Scheveningen, indertijd typisch een opleiding voor de kinderen van hoteliers. Maar in die tijd, eind jaren 70, was óók de instellingswereld al in beeld. Terwijl ik het eerste jaar nog stage liep als hotelier in het gerenommeerde hotel De Wittenberg te Wassenaar, kwam ik in het tweede jaar terecht bij de Stichting Haagse Hervormde Rusthuizen. Je moet weten: wie indertijd met pensioen ging, kwam al gauw in een bejaardentehuis terecht. Zo ging dat. 

Na mijn afstuderen viel mijn oog op een advertentie van het Psychiatrisch Centrum Bloemendaal (het huidige Parnassia), waarin men een leidinggevende vroeg voor de schoonmaak en het restaurant van de instelling. Dat ben ik een paar jaar met veel plezier geweest. Aansluitend mocht ik voor de stichting Haagse Hervormde Rusthuizen in Den Haag een nieuwe locatie inrichten en de facilitaire organisatie opzetten. Daarna wilde ik toch graag weer wat meer “hotelierwerk” doen. Ik werkte onder meer bij ‘Eurest’, een firma die naast het uitbaten van bedrijfsrestaurants ook maaltijden leverde aan serviceflats voor ouderen en aan gevangenissen. Later kwam daar het Centraal Orgaan Asielzoekers nog bij. Mooie tijden! Op den duur reed ons bedrijf zeven dagen per week rond met busjes om de locaties van het COA in het land te bevoorraden. Dat was een hele verantwoording. 

Na een aantal jaren had ik door deze functies in de catering ook leuke connecties opgebouwd in de Nederlandse ziekenhuiswereld. Zo kwam het dat ik op een goede dag hoofd civiele dienst kon worden bij het Westeinde ziekenhuis in Den Haag, Voor een geboren Hagenaar was dat natuurlijk een prachtkans. Ik vond dit inderdaad een heerlijke baan, maar helaas ging het ziekenhuis fuseren met een zusterinstelling in Leidschendam en had het hoofd civiele dienst van dat laatste huis de oudste rechten. Na mijn vertrek uit het Westeinde heb ik jaren gewerkt als facility manager, zowel in ziekenhuizen als in categorale zorginstellingen. Toen ik deze functie bij Marente zag merkte ik dat ik er werkelijk zin in had om mezelf weer voor vast te verbinden aan een organisatie met een ander accent op zorg. Mede omdat ik door deze overstap van mijn lange reisafstanden af zou komen.

"Hoewel mijn voorganger een vrouw was, had ik niet de indruk dat ik hier als man een noviteit was. De vraag van Marente aan mij was neutraal, ongeveer als volgt: “Hoe ga jij je als nieuwe werknemer voegen in de organisatie Marente? Ben je een echte Marentenaar?”

Hoe reageerde Marente op jou als man? 

Hoewel mijn voorganger een vrouw was, had ik niet de indruk dat ik hier als man een noviteit was. De vraag van Marente aan mij was neutraal, ongeveer als volgt: “Hoe ga jij je als nieuwe werknemer voegen in de organisatie Marente? Ben je een echte Marentenaar?”

Op welke manier verschillen volgens jou mannen van vrouwen in jouw vak?

In het facilitaire veld werken veel vrouwen. Volgens mij is het als facilitair manager of hotelier echter zo dat iedereen, man én vrouw, zicht moet hebben op sfeer, en het begrip ‘gastvrijheid’ en kwaliteit hoog in het vaandel moet dragen. Ik ben gewend die lat hoog te leggen. 

Wie of wat inspireert jou om in de ouderenzorg te blijven werken?

In Marente voel ik me geïnspireerd door de warme sfeer en de manier waarop de bewoners centraal worden gesteld. Ook vind ik het fijn om te ervaren hoe sterk de ouderenzorg gemoderniseerd is sinds ik er tijdens mijn opleiding als stagiaire werkzaam was. Op de een of andere manier maakt dit besef de cirkel van mijn beroepsleven rond. 

"Ik vind het fijn om te ervaren hoe sterk de ouderenzorg gemoderniseerd is sinds ik er tijdens mijn opleiding als stagiaire werkzaam was. Op de een of andere manier maakt dit besef de cirkel van mijn beroepsleven rond."

Waarop zal jij als je met pensioen gaat het meest tevreden terugkijken?

Als het me lukt de kwaliteit van leven van de bewoners in Marente nog wat aangenamer te maken vanuit de facilitaire en huisvestingsportefeuille. Je ziet in het land dat men enigszins terugkomt van kleinschaligheid. Men werkt nu toe naar “zelfstandig wonen binnen leefcirkels”. Dit concept biedt mijns inziens meer bewegingsvrijheid aan de bewoners. En wat het eten betreft: hoe lekker het eten in Marente ook is, het is wel vaak traditioneel Nederlands eten. Ik heb nog nergens een groente als venkel op het menu gezien. Ik hoop dan ook dat ik als verantwoordelijke voor de Inkoop het eten voor de bewoners een beetje gevarieerder en eigentijdser kan maken.

Interview door Cecile aan de Stegge, Lectoraat Verpleegkundige Intramurale Ouderenzorg.

Cecile aan de Stegge
Cecile aan de Stegge
- Onderzoeker/docent Lectoraat Verpleegkundige Intramurale Ouderenzorg bij hogeschool Leiden

Alle blogs & vlogs van Cecile aan de Stegge

Meer blogs en vlogs