Marc Kremer, verpleegkundige bij Xenia

 Interview met Marc Kremer, verpleegkundige bij Xenia

“Verpleegkunde is nooit saai. Zet tien patiënten met dezelfde ziekte naast elkaar en je hebt tien compleet andere verhalen.”  

Wie ben je?  
Ik ben Marc Kremer, 27 jaar, geboren en getogen Leidenaar, de enige zoon van een obstetrieverpleegkundige en een politieagent. Mijn moeder is helaas vorig jaar overleden na een ziekbed van vijftien jaar; er waren dus altijd serieuze dingen aan de hand thuis, tot en met thuisdialyse, waarvoor mijn ouders samen op training moesten. Beiden hadden ze onregelmatige werktijden, en ik na mijn zestiende ook. Hun voorbeelden hebben sterk aan mijn beroepskeuze bijgedragen, evenals mijn moeders ziekbed. Ik heb me goed georiënteerd op wat je aan vooropleiding nodig had om verpleegkundige te worden, want ik had geen zin om lang te studeren. Toen ik begreep dat ik op basis van een VMBO-diploma de MBO Verpleegkunde kon volgen aan ROC Mondriaan was ik om. Hoewel ik goed kon leren wilde ik liever meteen aan de slag en wat geld verdienen. Nu ben ik al zes jaar gediplomeerd verpleegkundige, heb relatief gezien al veel verdiend, waardoor ik sinds 2015 kon samenwonen met mijn vriend, en ik heb heel wat gezien in de zorg: op mijn zeventiende was ik al bij een eerste overlijden.  

Die eerste ervaring en de ervaring met mijn moeder maakten dat ik recent graag een diploma in palliatieve zorg wilde behalen. Dat mocht ik van mijn voorlaatste werkgever: het HAGA ziekenhuis. Ik heb daar zes jaar gewerkt op de afdeling neurologie/neurochirurgie en allerlei technieken mogen ondersteunen, van deep brain stimulation tot complexe wervelchirurgie. Ook heb ik stage gelopen in de psychiatrie, een tak van de verpleegkunde waar volgens mij iedere verpleegkundige ervaring in zou moeten opdoen. In de psychiatrie leer je namelijk zoeken naar een dieper niveau, je leert geduld te hebben en je leert ‘actief luisteren’. Iedereen kan natuurlijk horen wat een patiënt zegt, maar ‘actief luisteren’ zoals men dat in de psychiatrie doet is iets anders. Daar komen mensen binnen met de meest ingewikkelde toestandsbeelden, maar door actief te luisteren, soms te navigeren door een hele stofwolk aan woorden en verwarde signalen met behulp van verhelderende vragen, komt men daar uiteindelijk toch uit bij een diagnose, bijvoorbeeld ‘depressie’.  Deze vaardigheden heb ik in mijn huidige functie in de palliatieve zorg ook nodig. Heel veel gedrag van mensen komt immers voort uit onzekerheid en angst.  

Waar werk je?  
Ik werk sinds 1 november 2020 bij Xenia, een logeerhuis en hospice voor jongeren en jong volwassenen tussen de 16 en 40 jaar die intensieve verpleegkundige en medische zorg nodig hebben. De voorziening is gevestigd in de achtertuin van het voormalige Elisabeth ziekenhuis aan de Hooigracht te Leiden. Het logeerhuis kan zes gasten huisvesten en het betreft uiteenlopende ziektebeelden zoals ALS, MS of de ziekte van Duchenne, allemaal ernstige neuro-musculaire ziekten; ook worden er wel Adolescents and Young Adults (AYA’s) opgevangen die chemotherapie krijgen tegen kanker. Zij willen graag even weg uit hun thuissituatie, soms op eigen verzoek, soms om hun familie  te ontlasten.  Ook terminaal zieke patiënten zijn welkom en dan vindt hun overlijden plaats in het huis. ‘We werken hier met zeven verpleegkundigen, twee coördinatoren, een directeur en heel veel vrijwilligers, bijvoorbeeld de ‘kookvrijwilligers’. Het huis is tot stand gekomen op initiatief van de kinderverpleegkundige Jacqueline Bouts, die een plek wilde creëren voor ernstig zieke jongeren. In Xenia praten jonge terminaal zieke mensen onderling nog gewoon over dingen als het voetbal, de film, een verliefdheid, enfin, gewoon over jonge levens! Er komen kinderen over de vloer en jonge vrienden. Het is een gezellig huis, en het doet die zwaar zieke gasten doorgaans heel erg goed. Laatst zat er iemand om 17 uur een biertje te drinken met een nootje. Voor mij, nog relatief kort geleden vertrokken uit het ziekenhuis, was dat een fantastisch beeld. Dat mensen gewoon zichzelf mogen zijn,. ook al hebben ze professionele hulp nodig.’   

Hoe werd je als man ontvangen in Marente? 
Ik ben niet ontvangen in Marente, maar in Xenia. Alleen, omdat er zo weinig personeel bij Xenia in dienst is, vormt de administratieve last die met een werkgeverschap gepaard gaat relatief gezien een te zware last voor de directeur, die veel liever met de inhoud van de zorg bezig is. Marente detacheert daarom medewerkers naar Xenia. Ik heb dus gesolliciteerd bij Marente voor de functie bij Xenia. Verder verloopt de communicatie over mijn dienstverband via de directeur van Xenia. Ook eventuele vervolg cursussen zullen via Marente geregeld worden. 

Hoe komt het dat je in  de ouderenzorg bent gaan werken? 
Ik werk juist NIET met ouderen, hoewel ik bij een ouderenorganisatie in dienst ben. Ik vind het daarom bijzonder leuk dat de HR-afdeling van Marente nog aan mij denkt, om aan deze interview-serie mee te doen. Dat Marente zich mij nog herinnert. Ik tel hier dus mee. Dat is vergelijkbaar met de situatie hier in Xenia; ons team is zó klein vergeleken bij de afdeling in het HAGA ziekenhuis, waar we met 36 verpleegkundigen werkten! Vooropgesteld:  ik zat daar in een heel leuk team en dat had óók prima contact met de artsen. Maar hier in Xenia telde mijn mening vanaf dag één over alles mee. Ik voel me hier heel erg gehoord.  

Op welke manier verschillen volgens jou mannen van vrouwen in de ouderenzorg? 
Verplegen is van oudsher een vrouwenberoep geweest. Dat was niet goed vind ik, zoals ik het ook niet goed zou vinden als de zorg voor 100% in mannenhanden zou terechtkomen. Het beste zou zijn om een 50%-50% verdeling te bereiken. Mannen en vrouwen benaderen bepaalde dingen nu eenmaal anders. Ik ben zelf een vrij open en gevoelsmatig mens en  heb weinig angst om over gevoelens te spreken. Van vriendinnen die een man met een ‘mannenberoep’ hebben, hoor ik wel eens dat die mannen slechts met moeite te bewegen zijn tot een gesprek over gevoelens. Dat is in de zorg echter wel nodig! De andere kant van deze medaille is, dat jongere mannen het vaak fijn vinden om door een mannelijke verpleegkundige geholpen te worden; zij generen zich als een heel jong meisje hen moet wassen. Daar kan ik ook wel in komen. Dit is andersom natuurlijk ook het geval, als man word ik ook wel eens verzocht door een vrouwelijke patiënt om de zorg af te staan aan een vrouwelijke collega. Ook daar is natuurlijke alle begrip voor.   

Waarop zal jij als je met pensioen gaat het meest tevreden terugkijken? 
Ik ben naast mijn werk in Xenia ook gastdocent palliatieve zorg in ROC Mondriaan en begeleid daarnaast al jaren jonge leerlingen in de praktijk; ook in  het HAGA. Ik zou trots zijn als enkelen zich mij later nog herinneren omdat ik hen enthousiast heb gemaakt voor de zorg.  Zo van ”Ooit had ik een verpleegkundige als coach die zei……..”.  

Cecile aan de Stegge
Cecile aan de Stegge
- Onderzoeker/docent Lectoraat Verpleegkundige Intramurale Ouderenzorg bij hogeschool Leiden

Alle blogs & vlogs van Cecile aan de Stegge

Meer blogs en vlogs